9.7 / 10 201 reviews 

Werknemer verzoekt om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever (bron: Van den Brekel Advocaten)

3 NEWS_READING_TIME_ADD

Terug

Feiten en omstandigheden
De werknemer in deze kwestie is op 1 maart 2022 in dienst getreden bij Smullies B.V., een detailhandel in ijs en patisserie, in de functie van chef patissier. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de bepalingen van de Cao Levensmiddelenbedrijf onderdeel vormen van de arbeidsovereenkomst.

Werknemer maakt daarnaast onderdeel uit van het “Dutch Pastry Team”, een team van professionele patissiers. Smullies was hiervan op de hoogte.

Op 10 mei 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen werknemer en Smullies tijdens welk gesprek Smullies heeft aangegeven ontevreden te zijn over het functioneren van werknemer, zijn functie te willen wijzigingen in ‘patissier’ en de het salaris met 10% te verminderen. De volgende dag heeft werknemer per e-mail aangegeven dat hij is geschrokken van dit gesprek en heeft hij om meer informatie gevraagd omtrent de functiewijziging.

Op 12 mei 2023 schrijft Smullies dat werknemer wel een vast contract zou krijgen, maar dat de op 28 maart 2023 besproken verbeterpunten niet zijn gehaald en dus een demotie zal plaatsvinden. Bij e-mail van 16 mei 2023 schrijft Smullies dat de functie van werknemer met ingang van 16 mei 2023 wijzigt naar patissier, hoewel werknemer hier niet mee heeft ingestemd.

Werknemer heeft zich diezelfde dag ziek gemeld. Op 30 mei 2023 heeft Smullies aan werknemer bericht dat de loondoorbetaling wordt opgeschort totdat de bedrijfsarts heeft vastgesteld dat werknemer daadwerkelijk arbeidsongeschikt is. De bedrijfsarts constateerde arbeidsongeschiktheid op 8 juni 2023.

Werknemer heeft een kort geding procedure gestart. In het kort geding is Smullies veroordeeld tot betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld, maar de zaak rond de demotie werd niet inhoudelijk beoordeeld. Smullies heeft niet volledig aan dit vonnis voldaan.

Werknemer verzoekt in deze procedure ontbinding van de arbeidsovereenkomst, betaling van het openstaande vakantiegeld en de openstaande dagen en betaling van het achterstallige salaris. Smullies heeft een zelfstandig tegenverzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst tussen Smullies en werknemer te ontbinden zonder toekenning van transitievergoeding en billijke vergoeding.

Oordeel
Partijen discussiëren allereerst over de vraag of de arbeidsovereenkomst is omgezet in een vast contract en de hoogte van het salaris van werknemer. Werknemer stelt dat zijn salaris zou worden verhoogd met 5% en Smullies stelt daartegenover dat het salaris door de demotie met 10% is verlaagd. Bovendien twisten partijen over de vraag welke cao op werknemer van toepassing is.

De kantonrechter is van oordeel dat uit de correspondentie in mei 2023 slechts kan worden afgeleid dat het dienstverband zou worden omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en dat werknemers salaris zou worden verhoogd met 5%.

Dat partijen vervolgens overeenstemming hebben bereikt over de demotie én de toepasselijkheid van een andere cao staat allerminst vast, nu uit de e-mails duidelijk is af te leiden dat werknemer nooit heeft ingestemd met de demotie. Ten aanzien van de discussie omtrent de toepasselijke cao oordeelt de kantonrechter dat niet is gebleken dat werknemer heeft ingestemd met een wijziging van de cao zodat Smullies gebonden blijft aan de Cao Levensmiddelenbedrijf.

De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek van werknemer toe en oordeelt daarbij dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de kant van Smullies. Niet is gebleken dat sprake is van disfunctioneren terwijl Smullies wel is overgegaan tot een demotie. Werknemer is niet gewezen op concrete punten die hij in zijn functioneren zou moeten verbeteren. Ook heeft werknemer geen verbetertraject aangeboden gekregen.

De plotselinge aanzegging van de demotie en salarisverlaging was dan ook onterecht, miste iedere wettelijke grond en was in strijd met de eisen van goed werkgeverschap. Vervolgens heeft Smullies de demotie eenzijdig doorgedrukt, heeft zij de loonbetaling tijdens ziekte onterecht opgeschort, heeft zij onterecht een boete verrekend met het loon vanwege overtreding van nevenwerkzaamheden en heeft zij niet voldaan aan het kortgedingvonnis van 19 juli 2023.

Dit alles maakt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de kant van Smullies. Werknemer heeft recht op de transitievergoeding en de kantonrechter kent aan de werknemer een billijke vergoeding ter hoogte van ongeveer €35.000,- bruto toe.

Beschouwing
Niet alleen werkgevers kunnen een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter indienen. Deze uitspraak illustreert wanneer een werknemer om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst kan verzoeken. In deze casus heeft de kantonrechter, mijns inziens terecht, de arbeidsovereenkomst ontbonden en geoordeeld dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Een werkgever kan immers niet zomaar zonder instemming van de werknemer een demotie aan een werknemer opleggen en een salarisverlaging doorvoeren.

ECLI:NL:RBLIM:2023:6451

 
Publicatiedatum 13/03/2024