9.7 / 10 214 reviews 

Ontslag voor 'zieke' werknemer welke niet komt opdagen, maar wil zijn baan niet kwijt (bron: PW).

4 NEWS_READING_TIME_ADD

Terug

Een restaurantmedewerker meldt zich in april 2020 ziek. En zoals dat soms gaat met ziekmeldingen, is het een zaak van lange adem. Zijn werkgever schakelt een arbodienst in om de werknemer te laten integreren. De man gaat voorlopig aan het werk in een andere vestiging, in wisselende uren. Het is de bedoeling dat hij vanaf 11 januari 2021 weer bijna volledig aan de slag gaat. Tot zover het plan. De praktijk is anders. Want op 14 december 2020 verschijnt de man niet op een geplande Zoommeeting met zijn werkgever en de arbodienst. Hij meldt zich niet af en verschijnt ook niet op zijn werk. Een collega weet te melden dat de man de volgende dag naar Suriname zal vliegen voor een vakantie.

De werkgever neemt direct per mail contact op met de werknemer. Hij herinnert de werknemer eraan dat hij geen toestemming heeft gevraagd voor zijn vakantie. Ook wijst hij erop dat voor Suriname code oranje geldt: de verplichte quarantaine van tien dagen zijn is voor eigen risico en rekening van de werknemer. Op 4 januari 2021 mailt de werkgever opnieuw. Dit keer is het een officiële schriftelijke waarschuwing: de werknemer is ongeoorloofd afwezig. Hij moet uiterlijk op 11 januari zijn werk hervatten.

Op 11 januari stuurt de werknemer een Whatsapp-bericht aan een collega. Hij laat weten ziek te zijn. Zijn collega vraagt hem of hij in Nederland is, maar daar geeft de werknemer geen antwoord op. Ook de dagen daarna schittert de werknemer door afwezigheid. Diverse brieven die zijn werkgever zowel per email als per post stuurt, blijven onbeantwoord. De verzuimbegeleider van de arbodienst komt herhaaldelijk voor een dichte deur.

Op 22 januari stuurt de werkgever een ‘definitief laatste waarschuwing’. Als de werknemer op 25 januari niet komt werken, wacht hem ontslag op staande voet. De werknemer komt niet. Op 26 januari ontslaat de werkgever de werknemer op staande voet. Hij maakt aanspraak op een schadevergoeding omdat de werknemer hem een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen.

Standpunt van de werknemer

Hoewel het nog even duurt, reageert de werknemer nu wel. Op 19 februari maakt hij via zijn gemachtigde bezwaar tegen het ontslag op staande voet. Hij beweert dat hij zijn vakantie in overleg met de arbodienst heeft genomen. Hij stelt dat hij op 30 december met spoed is opgenomen in een ziekenhuis in Paramaribo. Omdat hij op de intensive care lag, had hij niet de beschikking over een telefoon. Daarna was het niet meer mogelijk om nog een terugvlucht te boeken. Typisch gevalletje van overmacht dus. Om zijn verklaring kracht bij te zetten, toont de werknemer een brief van een specialist van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Hieruit blijkt dat hij van 30 december 2020 tot 20 januari 2021 opgenomen was op de afdeling Chirurgie.

De werknemer stapt naar de kantonrechter om zijn baan terug te eisen. Ook wil hij dat de werkgever zijn salaris over januari 2021 betaalt. Mocht de kantonrechter vinden dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet zinvol is, dan wil de werknemer het achterstallige salaris, de wettelijke transitievergoeding en een billijke vergoeding voor onterecht ontslag.

Standpunt van de werkgever

De werkgever stelt dat de werknemer helemaal niet ziek was. Hij was wekenlang onbereikbaar voor zowel zijn werkgever als voor de arbodienst. De arts in Paramaribo verklaart desgevraagd dat de werknemer geen patiënt was op zijn afdeling en ook bij de ziekenhuisadministratie is hij niet bekend. Hoewel de werknemer beweert tot 20 januari in het ziekenhuis te hebben gelegen, laten foto’s op Snapchat zien dat hij al vanaf 7 januari volop genoot van het Surinaamse uitgaansleven. De werkgever voelt zich, in zijn eigen woorden, belazerd. Hij vraagt de kantonrechter niet alleen om het ontslag in stand te houden, maar ook om de werknemer te veroordelen tot het vergoeden van de gemaakte proceskosten ad ad € 4.192,65. Dit omdat de werknemer misbruik maakt van het procesrecht en handelt in strijd met de waarheidsplicht.

Oordeel van de kantonrechter

Ook de kantonrechter is niet onder de indruk van de houding van de werknemer. De zitting vindt plaats op 27 augustus. De werknemer komt niet opdagen. Ruim vier weken later stuurt hij de kantonrechter een mail met de mededeling dat hij zijn vordering intrekt, met als reden: ‘geen advocaat’. Maar zo makkelijk komt hij er niet vanaf. De werkgever wil nog steeds dat de werknemer opdraait voor de daadwerkelijke proceskosten. Wie een vordering – of een verweer daartegen – indient die evident ongegrond is, kan worden veroordeeld tot vergoeding van de werkelijk door de wederpartij gemaakte proceskosten (vgl. HR 6 april 2021, ECLI:NL:HR:2012:BV7828). Volgens de kantonrechter is dat hier het geval. De werknemer beroept zich op een valse verklaring om een onjuiste voorstelling van zaken te creëren.

Uit berichten op social media blijkt dat de werknemer de waarschuwingen en verzoeken om op het werk te verschijnen wel degelijk heeft gelezen. Dit heeft hij op 8 maart 2021 ook laten weten aan de gemachtigde van zijn werkgever. Desondanks heeft hij daarna alsnog een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank waarin hij dat ontkende. Hij heeft zijn werkgever daarmee een bij voorbaat kansloze procedure ingesleept. De kantonrechter kent de gevraagde vergoeding daarom toe. De werknemer moet alle proceskosten die zijn werkgever heeft gemaakt, vergoeden.

ECLI:NL:RBAMS:2021:6058

Heeft u een vraag over dit onderwerp of een andere arbeidsrechtelijke vraag/ontslagkwestie, neem dan contact op met onze arbeidsrechtjuristen per mail via info@ontslag-center.nl of bel naar kantoor via 043 - 720 09 20.

Publicatiedatum 29/11/2021