2 NEWS_READING_TIME_ADD
De werkneemster in kwestie was in dienst bij een juridisch adviesbureau. Op een vrijdagmiddag in maart 2022 sluiten zij en haar collega aan bij de vrijdagmiddagborrel die plaatsvindt op het kantoor van de klant, nadat zij de werkzaamheden op locatie hebben afgerond. Het wordt een gezellige avond. Haar vriend haalt haar rond 01.00 uur ’s nachts op en het is duidelijk dat ze al een glaasje op heeft. Dit blijkt later ook uit de dronken Whatsapp-berichten die zij die avond naar haar vriend stuurt. De collega van de werkneemster gaat niet meteen naar huis. Die gaat naar de stad om uit te gaan. Uit veiligheidsoverwegingen laat de collega haar handtas met laptop achter bij de borrel, op het kantoor van de klant. Maandagochtend wanneer de collega op kantoor verschijnt, blijkt de handtas met laptop verdwenen.
De werkgever vraagt camerabeelden op van die avond. Daaruit blijkt dat de werkneemster de laptop heeft meegenomen toen ze naar huis ging. De werkneemster wordt op het matje geroepen en wordt op staande voet ontslagen. De dag erna wordt het ontslag schriftelijk bevestigd door de werkgever. In de brief staat dat het meenemen van de tas een ‘doelbewuste actie’ was, dat de werkneemster de tas ‘snel en wat stiekem weggepakt heeft’ en dat ze de tas ‘achter haar eigen tas hield zodat deze niet goed zichtbaar was voor anderen’.
De werkneemster heeft bezwaar en komt in actie: ze start een procedure bij de kantonrechter om haar ontslag aan te vechten. Ze geeft aan dat ze dronken was en dat ze het voorval daarom niet kan herinneren. Ze heeft de handtas en laptop zeker niet bewust ontvreemd, zegt ze. Ze had daar ook geen enkel belang bij. De kantonrechter geeft de werkneemster gelijk: het lijkt erop dat er meer sprake was van een onhandige dronkemansactie dan van diefstal. Bovendien laten de camerabeelden zien dat de werkneemster met de tas om haar schouder rustig staat te praten met anderen. Zij doet geen enkele moeite om de tas verborgen te houden. Een ontslag op staande voet is daarom (mede gelet op de vergaande consequenties voor de werkneemster) niet terecht in deze situatie. De werkgever moet een billijke vergoeding van 10.000 euro (bruto) betalen aan de werkneemster.
Een ontslag op staande voet heeft vergaande consequenties voor een werknemer. Het mag daarom alleen als laatste redmiddel worden ingezet. Op het moment dat er een minder zwaar sanctiemiddel beschikbaar is, zal een werkgever hiervoor moeten kiezen. Wat zijn daar voorbeelden van?
Voor welke optie wordt gekozen is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Denk dan aan hoe de werknemer zich heeft gedragen.
Heeft u een arbeidsrechtelijke vraag of ontslagkwestie, neem dan contact op met onze arbeidsrechtjuristen voor een vrijblijvend en gratis intakegesprek, tijdens kantooruren op nummer 043 - 720 09 20, of stuur een e-mailbericht naar info@ontslag-center.nl