9.7 / 10 194 reviews 

Ongeoorloofde activiteiten tijdens werktijd (bron: Adriaanse Van der Weel Advocaten)

3 NEWS_READING_TIME_ADD

Terug
 
In het ambtenarenrecht spelen eisen van integriteit en betrouwbaarheid van ambtenaren van oudsher een grote rol, en de ambtenarenrechter voer hierin doorgaans een voor de ambtenaren strenge koers. Die koers lijkt nog niet te zijn gewijzigd, getuige een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. 
 
Wat was er aan de hand?

Een ambtenaar bij een gemeente had een functie waarin hij toezicht hield op onder meer de werkzaamheden van ingehuurde aannemers en hoveniersbedrijven. Betrokkene mocht zijn werk zelf indelen tussen 7:30 uur en 18:00 uur, waarbij een tijdschrijfsysteem werd gehanteerd. Betrokkene is driemaal kort na elkaar onder werktijd met de dienstfiets naar de sportschool geweest, heeft dat niet als privétijd genoteerd in de werkagenda, niet als privétijd verantwoord in de urenregistratie en niet juist aangegeven op de afschrijflijst van de dienstfiets. De gemiste tijd heeft hij niet ingehaald. 

Tijdens een werkoverleg heeft zijn leidinggevende in algemene zin aandacht gevraagd voor het correct invullen van de werkagenda en afschrijflijst. Hierna is betrokkene echter opnieuw onder werktijd naar de sportschool gegaan, waarbij hij geen of gefingeerde activiteiten in de werkagenda en afschrijflijst heeft genoteerd. Niet lang hierna is hij tijdens een werkoverleg aangesproken op de wijze waarop hij zijn werkzaamheden voor zijn vakantie had overgedragen aan collega’s. Betrokkene reageerde fel en nam een dreigende houding aan jegens zijn leidinggevende. Hierop is hij geschorst en opgeroepen voor een gesprek. In dit gesprek is betrokkene ook geconfronteerd met de verdenking dat hij onder werktijd had gesport en zijn hem foto’s daarvan voorgehouden. Betrokkene heeft ontkend, waarna hij enige tijd later werd ontslagen wegens zeer ernstig plichtsverzuim, bestaande uit het ongeoorloofd sporten tijdens werktijd, het incident tijdens het werkoverleg en het niet naar waarheid verklaren tijdens het verantwoordingsgesprek.

Kort samengevat oordeelt deze hoogste ambtenarenrechter dat het onvoorwaardelijke strafontslag, gezien de ernst en de aard van de gedragingen, de betekenis hiervan voor het functioneren binnen de dienst en de terecht gestelde eisen van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid van medewerkers van die dienst, niet onevenredig is aan het gepleegde plichtsverzuim. Betrokkene had een controlerende functie met een grote mate van vrijheid, en is eerder aangesproken op het onjuist registreren van werk- en privétijd, onder meer in relatie tot sporten.

Na de algemene waarschuwing tijdens het werkoverleg heeft betrokkene zijn gedrag bewust voortgezet, waarbij hij berekenend te werk is gegaan en versluierende verklaringen heeft afgelegd. Al met al sluit de uitspraak hiermee aan op jurisprudentie van de Centrale Raad in soortgelijke gevallen, terwijl er toch omstandigheden zijn aan te wijzen die een minder “hard” oordeel zouden rechtvaardigen. Zo dateren de drie eerdere waarschuwingen van anderhalf tot twee jaar vóór het strafontslag, is in de nieuwe vergrijpen omtrent sporten onder werktijd geen aanleiding gezien om betrokkene nogmaals persoonlijk te waarschuwen, is betrokkene vervolgens onverhoeds –namelijk in een gesprek over een ander incident- geconfronteerd met èn de verdenking van ongeoorloofd sporten onder werktijd, èn de heimelijk gemaakte foto’s, en is in de strafmaat geen enkele rekening gehouden met het feit dat betrokkene in een hectische periode zat die mede het gevolg was van afbouw van zijn anti-depressiva medicatie.

Om nog maar te zwijgen van de lange staat van dienst van betrokkene, zijn goede functioneren en de ingrijpende financiële en persoonlijke gevolgen die het ontslag voor betrokkene heeft gehad, en die door de Centrale Raad van Beroep worden erkend. Een kantonrechter had in deze zaak mogelijk een ander oordeel geveld.     

ECLI:NL:CRVB:2022:2148  

Publicatiedatum 19/12/2022