9.7 / 10 199 reviews 

Herplaatsen van de werknemer (bron: mr. online)

2 NEWS_READING_TIME_ADD

Terug

De kwestie

Werknemer is sinds 1 januari 2009 bij werkgever werkzaam, laatstelijk in de functie van Inspector. Op 16 februari 2021 heeft werkgever bij UWV een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen ingediend. UWV heeft de gevraagde toestemming voor ontslag geweigerd. Alhoewel UWV vindt dat werkgever aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een bedrijfseconomische reden als gevolg waarvan de arbeidsplaats van werknemer komt te vervallen, oordeelt UWV dat werkgever de herplaatsingsmogelijkheden onvoldoende heeft onderzocht.

Naar aanleiding van de beslissing van UWV, vinden tussen partijen gesprekken plaats over de passende functie van Business Development Specialist. Daarbij ontstaat discussie over het bijbehorende salaris (2.878 euro bruto). Werknemer heeft aangegeven niet in te stemmen met dit lagere salaris, maar wil behoud van zijn oude salaris behorende bij de vervallen functie van Inspector (4.108 euro bruto). Werkgever stelt een afbouwregeling van zes maanden voor, maar werknemer weigert dit. Alhoewel werknemer de werkzaamheden van Business Development Specialist wel verricht, vordert werknemer in rechte onder meer een verklaring voor recht dat zijn oude salaris gehandhaafd blijft.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2022:4303) oordeelt dat herplaatsing in het kader van verval van functie moet worden beschouwd als een eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst. Nu geen eenzijdig wijzigingsbeding is overeengekomen, moet op basis van de Stoof/Mammoet-criteria worden beoordeeld of de aangeboden functie van Business Development Specialist (inclusief het lagere salaris) gekwalificeerd moet worden als een redelijk voorstel dat werknemer niet had mogen weigeren (ECLI:NL:HR:2008:BD1847).

De kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is. De kantonrechter acht de functiewijziging van Inspector naar Business Development Specialist wegens verval van arbeidsplaats gerechtvaardigd, het forse loonverlies echter niet. Het had op de weg van werkgever als goed werkgever gelegen om werknemer direct te informeren over de hoogte van het nieuwe salaris en om daarbij ook een langere afbouwregeling voor te stellen. De kantonrechter oordeelt dat werkgever ten onrechte is overgegaan tot een eenzijdige functie- en salariswijziging en werknemer nog altijd recht heeft op zijn oude salaris. 

Herplaatsingsverplichting

Dat de kantonrechter Rotterdam in zijn uitspraak uitgebreid het eenzijdige wijzigingsvraagstuk behandelt, is opvallend. De herplaatsingsverplichting van werkgever ziet namelijk op de beoordeling of binnen een redelijke termijn (al dan niet met behulp van scholing) herplaatsing van werknemer mogelijk is in een passende functie. Op grond van artikel 9 Ontslagregeling is van een passende functie sprake wanneer deze aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van werknemer. Aldus komt het bij de herplaatsingsverplichting niet aan op de vraag of werkgever aan werknemer een redelijk voorstel heeft gedaan, maar of de aangeboden passende functie aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van werknemer.

In dat licht valt niet goed te plaatsen dat de kantonrechter in zijn oordeel over de passende functie de Stoof/Mammoet-criteria heeft gehanteerd (bron: mr. online).

Publicatiedatum 02/08/2022