De rechtbank vernietigt een besluit van het UWV waarin hij de hoogte van een WIA-uitkering van een 28-jarige vrouw uit Gelderland vaststelt. Hoewel het UWV de wetgeving juist toepast, mocht hij volgens de rechtbank niet vasthouden aan de strikte toepassing daarvan. De rechtbank oordeelt dat die toepassing voor de vrouw onevenredig nadelige gevolgen heeft, waardoor het UWV de wetgeving in dit bijzondere geval niet mocht toepassen en buiten beschouwing had moeten laten.
Eiseres werkte tijdens het refertejaar een dag bij haar oude bijbaantje en verdiende daar 42,50 euro mee. Omdat deze dag ligt in de eerste maand van het refertejaar, betekent dat de periode waarover het gemiddelde dagloon wordt berekend alsnog het hele refertejaar wordt. Eiseres komt door die ene dag werk tijdens haar studie niet in aanmerking voor de startersregeling en daardoor valt haar uitkering aanzienlijk lager uit dan wanneer zij wel onder deze regeling zou vallen. Dit kan lang negatieve financiële gevolgen hebben voor eiseres, omdat ook toekomstige uitkeringen op het laag vastgestelde dagloon zullen worden gebaseerd. Eiseres werkte op het moment van de zitting weer 20 uur per week, maar dit leidt voor haar niet tot een hoger dagloon. Het werken heeft pas effect op het dagloon als het haar is gelukt om een jaar lang onafgebroken te werken. De kans is groot dat dit haar niet lukt vanwege haar medische situatie.
De rechtbank erkent in de eerste plaats dat het UWV de betrokken wetgeving juist heeft toegepast. Het is bovendien een bewuste keuze van de wetgever geweest om geen uitzonderingen op het bovenstaande systeem toe te staan. Dat ook de rechtspraak deze keuze van de wetgever moet respecteren, is al meerdere keren geoordeeld door de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in sociale zekerheidszaken. Desondanks bestaat voor de bestuursrechter altijd de mogelijkheid om te toetsen of de (toepassing van) de regeling onevenredig is. Eiseres vindt dat de wetgeving voor haar een onrechtvaardige en onmenselijke uitkomst heeft. Ze vroeg de rechtbank of het mogelijk is om voor haar een uitzondering te maken op de berekeningswijze van haar uitkering.
De rechtbank oordeelt dat het UWV in dit geval niet had mogen vasthouden aan strikte toepassing van de betrokken wetgeving, omdat die toepassing voor eiseres onevenredig nadelige gevolgen heeft. Deze wetgeving had het UWV in dit bijzondere geval daarom buiten toepassing moeten laten. Eiseres en haar man leven met de gevolgen van haar ziekte en alle angsten en onzekerheden die dit met zich meebrengt. Zij staan onder grote druk. Het is te veel gevraagd dat eiseres vanwege wetgeving die niet voorziet in een passende berekeningswijze voor dit geval, daarbovenop steeds moet vechten om rond te komen. De rechtbank komt tot dit oordeel vanwege ontwikkelingen in de rechtspraak, de bijzondere omstandigheden van eiseres en ontwikkelingen bij het UWV. Met dit laatste wordt de brief van het UWV van juni van dit jaar aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bedoeld, waarin het UWV de berekeningswijze van het dagloon voor de WIA een knelpunt noemt.
Van de bevoegdheid om wetgeving buiten toepassing te verklaren wordt niet vaak gebruik gemaakt, omdat de rechter expliciete keuzes van de wetgever moet respecteren. In dit specifieke geval bestaat daar dus toch aanleiding voor. Het besluit van het UWV is vernietigd en er moet opnieuw een beslissing worden genomen waarin rekening wordt gehouden met dit oordeel van de rechtbank. Voor eiseres zou dat een hogere uitkering betekenen met terugwerkende kracht, zodat zij ook recht krijgt op een nabetaling. Het UWV kan er echter ook voor kiezen om deze uitspraak aan te vechten in hoger beroep.