2 NEWS_READING_TIME_ADD
De werkneemster, medewerker huishouding in een hotel, weigerde stelselmatig passende werkzaamheden te verrichten en zegde meermaals zonder geldige reden vervolgafspraken bij de bedrijfsarts af (ECLI:NL:RBNNE:2022:1296). Na een schriftelijke waarschuwing en staking van het loon, heeft de werkgever de kantonrechter verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen in verband met het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen.
Op grond van artikel 7:671b lid 5 BW is de werkgever daarbij in beginsel verplicht aan de kantonrechter een deskundigenoordeel van UWV te overleggen. In dit geval had de arbeidsdeskundige echter geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van de werkneemster voldoende waren geweest.
Alhoewel de wetgever met het laten uitvoeren van het onderzoek door een deskundige van UWV de onafhankelijkheid en onpartijdigheid heeft willen waarborgen, is naar het oordeel van de kantonrechter hiermee niet beoogd aan dit deskundigenoordeel doorslaggevende betekenis toe te kennen. Ook andere deskundigenverklaringen en gegevens zijn relevant bij de beslissing of een werknemer aan zijn re-integratieverplichtingen heeft voldaan en dit kan reden zijn om aan het deskundigenoordeel van de arbeidsdeskundige van UWV voorbij te gaan.
De kantonrechter volgt de arbeidsdeskundige niet in zijn oordeel dat de beslissing van de werkneemster om niet naar de bedrijfsarts te gaan moet worden gezien in het licht van een voor haar reeds lange tijd voortdurende periode van stressvolle werkomstandigheden en op basis van haar eerdere onprettige ervaring met de bedrijfsarts. De werkneemster had zelf aangegeven dat haar ziekmelding niet kon worden gerelateerd aan spanningen op het werk. Verder oordeelt de kantonrechter dat het enkele feit dat het eerste consult met de bedrijfsarts in de beleving van werkneemster niet prettig is verlopen, geen rechtsgeldige reden is om vervolgafspraken af te zeggen.
De kantonrechter volgt de arbeidsdeskundige evenmin in zijn oordeel dat de re-integratieverplichtingen bij de werkneemster ondergesneeuwd zijn geraakt. Onder verwijzing naar een schriftelijke waarschuwing van de werkgever, oordeelt de kantonrechter dat het de werkneemster volstrekt helder was dat zij met haar re-integratiewerkzaamheden moest beginnen.
Een ander aspect dat de arbeidsdeskundige had genoemd, was het ontbreken van het wettelijk vereiste plan van aanpak. De arbeidsdeskundige had geoordeeld dat dit plan voor werkneemster verhelderend had kunnen zijn. Volgens de kantonrechter ligt het ontbreken van een plan van aanpak in de risicosfeer van de werkneemster, aangezien zij had geweigerd dit plan te tekenen zonder daarbij inhoudelijke redenen aan te hebben gevoerd.
Al met al oordeelt de kantonrechter dat de arbeidsongeschikte werkneemster dusdanig ernstig is tekortgeschoten in haar re-integratieverplichtingen, dat de arbeidsovereenkomst direct moet worden ontbonden. De werkneemster maakt geen aanspraak op een transitievergoeding en evenmin op een billijke vergoeding (bron: mr.online)
Een voor de werknemer gunstig deskundigenoordeel hoeft niet altijd aan een ontbindingsverzoek van de werkgever in de weg te staan. Indien uit andere documenten voldoende redenen blijken om aan het deskundigenoordeel voorbij te gaan, kan dit alsnog leiden tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Heeft u een arbeidsrechtelijke vraag of ontslagkwestie, neem dan contact op met onze arbeidsrechtjuristen voor een vrijblijvend en gratis intakegesprek, tijdens kantooruren op nummer 043 - 720 09 20, of stuur een e-mailbericht naar info@ontslag-center.nl